Voor een goed werkend stelsel is het belangrijk dat iedere verzekerde de vrijheid voelt om van verzekeraar te kunnen veranderen. In de praktijk blijkt dat het lastig is voor consumenten om de best passende polis te kiezen, mede door de veelheid van polissen en collectiviteiten die bovendien vaak op elkaar lijken.
Uit ons onderzoek, in opdracht van de minister van VWS, blijkt dat collectiviteiten nog steeds een grote rol spelen, 63% van de verzekerden is verzekerd via een collectiviteit. Een positieve ontwikkeling is dat het aantal polissen is afgenomen, terwijl de diversiteit is toegenomen. Dit betekent dat de verzekerden nu meer te kiezen hebben. Bovendien worden in toenemende mate aanvullende afspraken gemaakt met collectiviteiten. Wel zien we dat slechts in een deel van de collectiviteiten deze afspraken leiden tot aannemelijke kostenbesparingen. Daardoor is kruissubsidie tussen individueel en collectief verzekerden niet uit te sluiten. Daarentegen zien we wel dat de gemaakte afspraken van meerwaarde zijn in aanpalende domeinen, zoals verzuimreductie, duurzame inzetbaarheid en schuldenproblematiek.
Zorgverzekeraars en collectiviteiten geven aan dat het voor sommige afspraken nog te vroeg is om een effect te meten. Ook in het onderzoek hebben wij gezien dat een deel van de afspraken met een doorontwikkeling wellicht tot aannemelijke effecten leiden.
Zie voor de brief van de minister en het Equalis onderzoek: https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2020/06/15/monitor-polisaanbod-2020