Op verzoek van verzekeraars en de Tweede Kamer laat minister Bruins de structurele ondercompensatie voor chronisch zieken onderzoeken. Hij geeft daarbij aan dat de oorzaak ook buiten de risicoverevening kan liggen (zie hier). De risicoverevening is immers geen panacee (zie hier).
In eerder onderzoek hebben wij in opdracht van het ministerie van VWS onderzocht hoe de keuze kan worden gemaakt of aanpassing van het risicovereveningsmodel gewenst en noodzakelijk is (zie hier). Dit resulteerde in de volgende checklist van vijf condities waaronder een oplossing beter buiten de risicoverevening gezocht wordt dan erbinnen:
Er is al langer bekend dat chronisch zieken substantieel (ad 1) en structureel (ad 2) worden ondergecompenseerd, hoe geavanceerd het risicovereveningsmodel ook is (zie hier, hier, hier, hier en hier). Met de afbouw van de reserves van zorgverzekeraars de afgelopen jaren, lijken de premieverschillen daardoor steeds meer toe te nemen (zie hier en hier). Dat is maatschappelijk gezien een ongewenste ontwikkeling.
Echter, nog onbekend is of al dan niet aan de overige drie condities (ad 3, 4 en 5) is voldaan. Door deze checks uit te voeren krijgt de minister antwoord op zijn vraag of de oorzaak van de ondercompensaties van chronisch zieken binnen of buiten de risicoverevening gezocht en opgelost moet worden.
Dat laat overigens onverlet dat actuele problemen in de risicoverevening kunnen vragen om tijdelijke noodmaatregelen. Ook daar is de minister nu aan zet.