De geestelijke gezondheidszorg (ggz) en forensische zorg (fz) krijgen per 2022 één uniform bekostigingsmodel: het Zorgprestatiemodel (ZPM). Het ZPM zal de huidige vier bekostigingssystemen van de basis ggz (prestaties), specialistische ggz (DBC’s), forensische ggz (DBBC’s) en langdurige ggz (ZZP’s) vervangen. Het ZPM is tot stand gekomen door een samenwerking van partijen uit de ggz/fz. Na een lange ontwikkelperiode is er nu een definitief voorstel gepubliceerd, waarover op korte termijn door de Tweede Kamer wordt besloten.
Equalis hielp het programmateam om de opzet van Zorgprestatiemodel te verbeteren. Dat deden we in een projectteam met onderzoekers van het Talma Instituut van de VU en De Groot Zorgadvies. We werden door het ZPM programmateam gevraagd om vóór invoering te onderzoeken welke effecten ontstaan wanneer deze nieuwe bekostigingswijze wordt ingevoerd. We onderzochten of het ZPM aan de door hen opgestelde uitgangspunten voldeed, hoe het zich verhoudt tot de huidige bekostiging en welke prikkels er ontstaan bij implementatie van het ZPM. Tot slot hebben we enkele maatregelen voorgesteld om het bekostigingsmodel te verbeteren. Hieronder lichten we kort onze belangrijkste constateringen toe.
Implementatie van het ZPM leidt tot een grote versnelling van informatievoorziening voor alle partijen, doordat geleverde zorg direct gedeclareerd kan worden (in tegenstelling tot het huidige systeem waar een DBC tot 365 dagen open kan staan). Er komt hierdoor ook sneller financiële duidelijkheid. Kwaliteit van informatie gaat daarnaast omhoog doordat declaraties aansluiten op de geleverde zorg. Hierdoor zijn de partijen beter in staat om het gesprek te voeren over gepaste zorg en hier gezamenlijk op te sturen. Het verdisconteren van indirecte tijd in de tarieven stimuleert dat behandelaars meer directe tijd met de patiënt besteden. Tevens kan er meer aandacht worden gegeven aan het behandelplan doordat er onderscheid wordt gemaakt tussen een diagnostisch en behandelconsult. En: voor de patiënt worden de nota’s vele malen begrijpelijker doordat ze consulten reflecteren in plaats van een collectie aan consulten.
Echter, geen enkel bekostigingsmodel is perfect, en zo constateerden we ook een aantal risico’s in het ZPM. Hoewel de prestaties beter aansluiten bij de geleverde zorg, is het net zoals onder het huidige bekostigingssysteem lastig te bepalen of dit ook daadwerkelijk de benodigde zorg was. Een goed werkend zorgvraagtyperingsmodel (waarmee bepaald kan worden welke zorg nodig is bij welke zorgvraag) is hiervoor van groot belang. Daarbij bevatten prestaties binnen het ZPM geen maximum op de behandelduur waarmee begrenzing van de zorg afhankelijk is van de klinische inschatting van de behandelaar, beperkingen in personele capaciteit of contractuele beperkingen.
Een belangrijk aandachtspunt in de ggz is de zorg voor de patiënten met ernstig psychiatrische aandoeningen (EPA). Of invoering van het ZPM leidt tot betere zorg voor EPA groep hangt af van meer factoren dan alleen de bekostiging. Er moeten hierover veldafspraken komen met een goede vertaling naar zorginkoop. Zonder deze afspraken en bij behoud van de huidige wijze van contractering (zoals budgetplafonds) komt zorg voor de EPA doelgroep ook onder het ZPM in het geding. Doordat het ZPM duidelijke prestaties heeft die snel beschikbaar zijn, wordt het gesprek hierover wel gemakkelijker.
Onze evaluatiepunten zijn veel besproken in de werkgroepen die de afgelopen tijd druk bezig zijn geweest met de nieuwe opzet van het ZPM. Zo stelt het nieuwe rapport met de definitieve opzet van het ZPM dat de invoering van het ZPM gepaard moet gaan met de invoering van een vorm van zorgvraagtypering. Dit sluit aan bij ons advies om de risico’s te verminderen. Deze zorgvraagtypering zal op termijn de huidige DSM-diagnoses vervangen voor het bepalen van zorgvraag en tarieven. De exacte opzet van deze zorgvraagtypering is van groot belang en vraagt nog aandacht de aankomende periode.
Staatssecretaris Blokhuis en de Tweede Kamer zullen op korte termijn een definitieve beslissing maken over het al dan niet invoeren van het Zorgprestatiemodel. Bij een positieve beslissing start er per 1 januari 2021 een simulatiejaar waarin het huidige bekostigingsmodel nog leidend is, maar zorgpartijen de kans krijgen om te onderzoeken wat de impact is op hun organisatie en zich daarop voor te bereiden. 2021 geldt ook als doorontwikkelingsperiode voor de zorgvraagtypering. Per 1 januari 2022 vervangt het Zorgprestatiemodel dan definitief de huidige bekostiging inclusief een nieuwe vorm van zorgvraagtypering.
Een wisseling van bekostigingssystemen kan veel invloed hebben op de bedrijfsvoering van zorgorganisaties. Er zijn bijvoorbeeld nieuwe contracten met zorgverzekeraars nodig en ICT-systemen moeten erop ingericht worden. Natuurlijk wil je als zorgaanbieder ook inzicht hebben op de financiële impact op jouw organisatie. Dit zijn vraagstukken waar zorgorganisaties nu over na moeten denken, om goed voorbereid te zijn. Equalis denkt hierover graag met u mee.
Wij organiseren tevens op 9 september 2020 in samenwerking met EIFFEL een kennissessie over het Zorgprestatiemodel. Hierin gaan we met de aanwezigen in gesprek over de verwachte impact van het Zorgprestatiemodel en wat u kan doen om zich hier zo goed mogelijk op voor te bereiden. Meer informatie over de kennis-sessie van 9 september vindt u hier.
Wilt u meer weten wat ZPM betekent voor u organisatie, neem dan contact met ons op!